maandag 29 december 2008

Catharina en Jacobus Mattheus de Roos

Hoe zouden ze elkaar ontmoet hebben? Het meisje uit Gouda en de Rotterdamse parfumier? Misschien logeerde ze wel bij haar broer Catharinus Theodorus die in Rotterdam trouwde met Neeltje Arent. Of misschien werkte ze in Rotterdam. Misschien maakte ze een uitje op de boot van Gouda naar Rotterdam, haar oudere broer was immers commisaris bij het veer? Of misschien was Jacobus Mattheus wel voor zaken in Gouda. Misschien ontmoetten ze elkaar via een contactadvertentie - ja, die bestonden toen al - of via de kerk. We weten het niet. In ieder geval trouwen ze dan in 1826 in Gouda. En dan komen de kindjes. Acht stuks in getal, waarvan de helft volwassen wordt. De eerste drie keer gaat het mis, allemaal doodgeboren.
Hier de kinderen van Catharina Agatha Theodora van Bovene en Jacobus Mttheus de Roos:
I. N.n., geboren op 21-04-1827 in Rotterdam. N.n. is overleden op 21-04-1827 in Rotterdam, 0 dagen oud.
II. N.n., geboren op 07-01-1828 in Rotterdam. N.n. is overleden op 07-01-1828 in Rotterdam, 0 dagen oud.
III. N.n., geboren op 01-06-1829 in Rotterdam. N.n. is overleden op 01-06-1829 in Rotterdam, 0 dagen oud.
IV. Jacobus, geboren op 01-08-1830. (Oom Koos)
V. Cornelia Pieternella, geboren op 19-08-1832 in Rotterdam. Cornelia Pieternella is overleden op 23-11-1832 in Rotterdam, 3 maanden oud.
VI. Cornelia Petronella, geboren op 11-01-1840 in Rotterdam. (Tante Kee)
VII. Hermanus Johannes, onze lijn. Geboren op 16 november 1841 in Rotterdam.
VIII. Antonie Marie, geboren op 21-01-1844 in Rotterdam. (Oom Antoon)
Na achttien jaar huwelijk en acht kinderen overlijdt Catharina Agatha Theodora van Bovene, 44 jaar oud, tien dagen na de geboorte van haar jongste kind.

Tussen de Cornelia Pieternella en Cornelia Petronella zit een pauze van acht jaar. Dat is lang. En ook tussen Hermanus Johannes en Antonie Marie zit wat ruimte. Het is best mogelijk dat er nog wat miskramen tussen zitten.

zondag 28 december 2008

Catharina van Bovene

In 1826 trouwt Jacobus Mattheus dan eindelijk. Zijn vrouw Catharina van Bovene komt uit Gouda. In het hartje van die stad waren de van Bovenens witwerker (grenen bewerker), timmerman, goudsmid of notaris. Gegoede middenstand dus. Want stand trouwt met stand.

Catharina Agatha Theodora van Bovene werd geboren op 11 januari 1800 in Gouda. Ze stierf al op haar 44ste in Rotterdam, 1 februari 1844.
Toen ze 26 jaar oud was trouwde ze op 14 juni in Gouda met Jacobus Mattheus de Roos, die toen 34 jaar was. Getuigen van het huwelijk waren een aantal broers van de bruid en een zwager: Andreas van Bovene (geb. 1780), Jan Fredrik Takkelenburg (geb. ca1782), Pieter van Bovene (geb. 1788) en Hermanus van Bovene (1790 - voor 1865).
Daar komt dus het Hermanus in onze familie de Roos vandaan.

Is er meer te vinden over deze familie? Jazeker, dankzij Bob Coret die een website over de Coret-genealogie bijhoudt.

De ouders van Catharina:
Hermanus Johannes van Bovene, geboren in 1752 in Gouda. Bij de aangifte van de geboorte van Hermanus Johannes was de volgende getuige aanwezig: Margaretha van der Smeede. Hij is gedoopt op 06-08-1752 in Gouda. Hermanus Johannes was van beroep witwerker op de Markt in Gouda. Hij trouwde met Cornelia Petronella Weiland.
Kinderen van Hermanus Johannes en Cornelia Petronella:
Margaritha van Bovene, geboren in 1777 in Gouda. Bij de aangifte van de geboorte van Margaritha was de volgende getuige aanwezig: Margaretha van der Smeede. Zij is gedoopt op 27-07-1777 in Gouda. Margaritha trouwde met Jan Fredrik Takkelenburg, geboren omstreeks 1782. Hij was apotheker op de Markt in Gouda.
Andreas van Bovene, geboren in 1780 in Gouda. Bij de aangifte van de geboorte van Andreas was de volgende getuige aanwezig: Catharina van Eybergen. Hij is gedoopt op 22-11-1780 in Gouda. Van beroep is hij winkelier en witwerker in de Hoogstraat te Gouda en kastenmaker op de Markt te Gouda. In 1826 is hij commissaris van het Rotterdamse veer Nonnenwater en in 1835 commissaris van het Rotterdamse schuitenveer Gouwe. Andreas trouwde met Maria Pierson.
Catharina van Bovene, geboren in 1783 in Gouda [. Bij de aangifte van de geboorte van Catharina was de volgende getuige aanwezig: Catharina van Eybergen. Zij is gedoopt op 27-04-1783 in Gouda. We weten niet veel over haar.
Johannes Hermanusz. van Bovene, geboren in 1785 in Gouda. Bij de aangifte van de geboorte van Johannes Hermanusz. was de volgende getuige aanwezig: Margaretha van der Smeede (1726 - 1814). Hij is gedoopt op 22-05-1785 in Gouda.
Johannes Hermanusz. trouwde met Adriana Maria Kolster. Adriana Maria was in 1840 de stadsvroedvrouw.
Pieter van Bovene, geboren in 1788 in Gouda. Bij de aangifte van de geboorte van Pieter was de volgende getuige aanwezig: Catharina van Eybergen. Hij is gedoopt op 06-01-1788 in Gouda. Zijn beroep was goudsmid in Gouda in 1812, in 1826 is hij goud en zilverkashouder in de Koestraat aldaar en in 1935 goudsmid in de Spieringstraat in Gouda. In 1840 tenslotte, hij is dan al in de vijftig, is hij amanuensis van het armenbestuur in Gouda. Voor zover ik kan nagaan was hij ongetgrouwd.
Hermanus van Bovene, geboren in 1790 in Gouda Bij de aangifte van de geboorte van Hermanus was Margaretha van der Smeede (1726 - 1814) getuige. Hij is gedoopt op 31-01-1790 in Gouda. Van beroep was hij koekenbakker in de Hoogstraat in 1826. Bij latere tellingen halverwege de 19e eeuw staat hij zonder beroep gemeld. Hermanus is overleden na 1865, > 75 jaar oud.
Notitie bij Hermanus:
Catharinus Theodorus van Bovene, geboren in 1793 in Gouda. Bij de aangifte van de geboorte van Catharinus Theodorus was de volgende getuige aanwezig: Catharina van Eybergen. Hij is gedoopt op 21-08-1793 in Gouda. Catharinus Theodorus:
trouwde, 22 jaar oud, op 05-04-1815 in Rotterdam met Neeltje Arent, ongeveer 20 jaar oud, geboren omstreeks 1795 in Rotterdam.
Voor de tweede maal trouwde hij op zijn 44ste, 6 september 1837 in Rotterdam met
met Johanna Margaretha Boers, toen ongeveer 30 jaar oud, geboren omstreeks 1807 in Gouda.
Het nakomertje was Catharina Agatha Theodora van Bovene, geboren in 1800, die met Jacobus Mattheus de Roos trouwde.

De grootouders heetten nog gewoon Van Boven, maar de andere schrijfwijze kwam ook voor.
Opa is Jan van Boven, die al voor 1814 overleed. Hij was getrouwd met
Margaretha van der Smeede, geboren in 1726 in Gouda. Zij is gedoopt op 22-12-1726. Margaretha is overleden voor 1814, ongeveer 88 jaar oud.
Kinderen van Jan en Margaretha:
Margrietje van Boven, geboren in 1748 in Gouda en gedoopt op 01-08-1748 in Gouda.
Cornelia van Boven, geboren in 1750 in Gouda. Zij is gedoopt op 27-03-1750 in Gouda.Zij trouwde met Adrianus Wijland.
Hermanus Johannes van Bovene: zie boven.
Johannes Jansz. van Bovene, geboren in 1754 in Gouda. Bij de aangifte van de geboorte van Johannes Jansz. was de volgende getuige aanwezig: Margaretha van der Smeede (1726 - <1814). Hij is gedoopt op 28-06-1754 in Gouda. Johannes Jansz. trouwde met Maria Furda. (Of is dat Fulda geweest?)
Franciscus van Boven, geboren in 1756 in Gouda. Bij de aangifte van de geboorte van Franciscus was de volgende getuige aanwezig: Lijsje van Bovenen. Hij is gedoopt op 16-05-1756 in Gouda.
Abraham Jansz. van Bovene, geboren in 1758 in Gouda. Bij de aangifte van de geboorte van Abraham Jansz. was de volgende getuige aanwezig: Margaretha van der Smeede (1726 - <1814). Hij is gedoopt op 25-02-1758 in Gouda. Notitie bij Abraham Jansz.: naam ook van Bovenen. Abraham Jansz. trouwde met Johanna Lommert.
Catharina van Bovene, geboren in 1760 in Gouda [bron: doopboeken lutherse gemeente Gouda DTB36]. Zij is gedoopt op 27-06-1760 in Gouda. Catharina trouwde met Andreas Wijland.
Petronella van Boven, geboren in 1762 in Gouda Zij is gedoopt op 24-02-1762 in Gouda.
Sara van Boven, geboren in 1763 in Gouda Zij is gedoopt op 25-09-1763 in Gouda, maar oud kan ze niet worden want vijf jaar later vinden we opnieuw een Sara:
Sara van Boven, geboren in 1768 in Gouda [bron: doopboeken lutherse gemeente Gouda DTB36]. Zij is gedoopt op 02-10-1768 in Gouda, en trouwde met Johan David Schiffer, die in 1912 notaris in de Hoogstraat in Gouda was.
Hendrikus van Bovene, geboren omstreeks 1768, in 1812 tinnegieter in de Hoogstraat en in 1814 winkelknecht in de Hoogstraat in Gouda.
Nummer 12 is Gerardus van Bovene, geboren in 1770 in Gouda. Hij is gedoopt op 21-01-1770 in Gouda. Zijn beroep in 1812: kistenmakersbaas in Gouda. Twee jaar later is hij timmermansbaas en in 1821 timmerman. Maar in hetzelfde jaar staat ook dat hij zonder beroep is en woont op het Raam in Gouda. Gerardus versleet drie vrouwen:
(1) Johanna van Ooste. Johanna is overleden voor 1812.
(2) hij hertrouwt, 42 jaar oud, op 11-10-1812 in Gouda [bron: met Aagtje de Jong, ca 24 jaar oud, geboren omstreeks 1788 in Gouda.
(3) en trouwt opnieuw, 44 jaar oud, op 05-10-1814 in Gouda met Fresia de Jong, ongeveer 22 jaar oud, geboren omstreeks 1792 in Gouda.

De kwartierstaat voert nog drie generaties verder terug, maar van deze mensen weten we niet meer dan namen en data. Wat jammer dat de naam Fresia niet in de familie is gebleven!

vrijdag 26 december 2008

Poezie albums - vervolg

De teksten uit het album van Margreet de Roos - Bekking

Jeugd en vreugd en liefde, kind
Zijn drie korte lentedagen;
Ach, ze vlieden hoe we klagen
Daarom wees wijs en geniet ze gezwind
Hartje, wees wijs en geniet ze gezwind
Staak uw klachten, schep behagen
In de schoone lentedagen
Wees jong, heb lief, wees vrolijk, kind!

Uw Moeder A. M. Bekking



Vriend en vijand,
Dierbaar is mij de vriend, maar de vijand kan ook mij van nut zijn
De vriend wijs mij aan wat ik kan, de vijand doet zien wat ik moet
Taak
Niemand zij als een ander, doch ieder streve naar het Hoogste
Hoe dat te doen, Elk zij volmaakt in zich zelf.
Marie de Roos - Reynders, maart 1875


Altijd Liefde,
God Geeft, God neemt, Hij zij geprezen!
Geprezen! Als het harte bloed?
Niet wil en nochtans missen moet?
Ach, het zou den mensch niet mooglijk wezen
Als, waar Hij nam, de Algoede ons niet
Altijd een schoone erinnering liet
S.M. Serlee, 31 oktober 1875


In het Album van Jonkvrouw Margaretha
Blank gaaft gij me uw blaadjes over
En beteekent krijgt gij het weer
Had ik het u terug gegeven
Even blank en onbeteekent
het Zei u mooglijk dan iets meer;
Mooglijk deed u het beter hooren
Luider dan zijn .. klank
Dat ik loof noch bloem wil schrijven
Onschuld, als uw blaadje blank;
Zoo gij instemt met een bede
Dat uit warme vriendschap spruit
Wat dan zult gij meer verlangen?
Kies mijn zwijgen en mijn zangen,
Wisch mijn kunde teekening uit.
Neem uw blaadje, neem het weder,
Zonder smetten, zonder sier;
het Moog uw trouwsten spiegel strekken
En uw hart blijve zonder vlekken,
Als een blaadje blank papier .
v.L.


3 september 1890, heeft haar dochter Greetje er iets ingeschreven,
Lieve Moe,
Mag ik wat in u album schrijven
Ik zal altijd u lief, zoet meisje blijven
Uw liefhebbende greetje de roos

Poezie albums - vervolg

De teksten in het album van Willem Dijkman

t Is waar, menig mensch smaakt op aarde
Reeds meenig blij, ja zalig uur;
Maar al die blijdschap van wat waarde,
Is onvolmaakt en kort van duur:
Hij is een mensch, t bedaardst gemoed
Is wischbaar als eb en vloed
J. P. B.




Weinig woorden, lieve Pa!
Leg ik in uw Album neder:
Geeve Gods liefde in zijn gena,
U dit jaar , zijn zegen weder!
1 january 1857 J.E. Dykman


bijdrage van Josina Elisabeth Dijkman, zijn dochtertje.

Ga Stil in nooit gestoord genoegen
Mijn vriend op uw levensbaan
Gods engel wil zich bij u voegen
Als raadsman aan u zijde gaan
Zacht als de vroegste lentekransen
Vallen uwer jaren bloezem af
En t avondrood spreid hare glanzen
Eerst laat en heerlijk om uw graf
31 maart 1838 A. M. Demmers


Anna Maria Demmers is de zuster van zijn toekomstige vrouw Josina Elizabeth Demmers.




Puisse le amitié qui nous lie
Durer longtemps, durer toujours,
Et que toute votre vie
Soit semee de heureux jours
Rotterdam 22 juin 1838 D.A. Van Putten


Dirk Adrianus van Putten, geboren 19-12-1822, heeft tweelingzus Anne Elizabeth

Vriendschap is de bron van het leven
Vriendschap kweekt gezelligheid
Vriendschap zal ons nooit begeven
Zelfs niet in de eeuwigheid
1 october 1839 A. J. Maas


Adrianus Jacobus Maas, geboren 5 februari 1824, trouwt 22-2-1854 met Jansje Maria Mammes


Ik wil liever in u hart
Dan in uw album blijven
Het eene is gegrond
Het anders is slecht schrijven
28 Maart 1838 A Dolf Demmers


Zijn schoonvader of zijn zwager in spe.

Poezie albums - vervolg

De teksten uit het album van Josine Elize Dijkman


Een leven van Geluk en voorspoed
Lief Liesje wenschik u U altijd;
Ik hoop dat gij maar vol met moed
Zal trachten u steeds te bekwamen,
Aan Gode denkt, dat zij zoo, Amen
3 april 1857 uw liefhebbende Pa, Wm. Dijkman




Rotterdam 18 september 1856.
Uw levenswenschen zijn nog klein,
maar schuldeloos en schoon.
Blijf altoos schuldeloos en rein
En draag de zegekroon
Wanneer de wereld vleit en lacht
En lokt met dartel tooverkracht.

Op achterkant:
Bewaar dit blaadje, leest het vaak
Al vat gij niet den zin;
Er zit voor U een hooge zaak
Van veel beteeknis in.
Eens prijzet gij dit albumblad
Als ge ouder er den zin van vat.


Dieu vous donne Santé
Contentement et Grace
Dans votre amitié
Conservez moi une place
14 Juin 1856 P. Schreuder



Als een kind zich zóó gedraagt,
Dat het iedereen behaagt
Dan noemt men het lief en aardig
Lieve Lize, blijv' altijd,
Door betoon van deugd en vlijt
Aller liefde en achting waardig!
13 Mei 1856 uw liefhebbende neef F. A. of H. Drost




Parmi tout les souhaits que mon coeur peut former,
Il y en a un surtout que l' amitié m' inspire
C'est que de temp à temps vous veuillez bien penser
A celle, que toujours votre bonheur desire
Ta dévouée amie J.C. van Riel, Sprang 22 Mars 1857


J.C. van Riel is de dochter van de burgemeester van Sprang, het oord waarna Willem Dijkman verhuisde na zijn terugkeer uit Indonesie. Hij zou daar ook overlijden. Kennelijk heeft zijn dochtertje bij hem gelogeerd in 1857 en is zij bevriend geraakt met J.C. van Riel.


Den wensch, die ik steeds voor u koester
Is uit een zuiveren bron geput
U vind die, in de drie laatste woorden
Kapittel drie, vers één , van Ruth
Uwe Night Maartje, Rotterdam 28 juny 1856


(Die drie woorden luiden - het zijn er eigenlijk vier in mijn bijbel - dat het u welga. LK)




Liefvlies vergeet dit niet
Wat ik hier heb neergeschreven
Dat gij altijd goed toe ziet
Dan kunt gij gelukkig leven
In 't doen van pligt en vlijt
U werk steeds verrigten
En door gehoorzaamheid
Zal 'Al 't verkeerde zwigten
God die u alles Geeft
Bemind ook een lief kind
En ik die voor u leef
wort dan door u bemind
B.D. Dijkman Elzenhans 1856

dinsdag 23 december 2008

Poeziealbum - vervolg 3




In het poeziealbum van Josina Elisabeth Dijkman treffen we een roerend gedichtje aan van haar grootmoeder Berendina Fransina Dijkman - Elsenhans. En nog een lief briefje. Oma is dol geweest op haar kleindochtertje, haar enige kleinkind. Josina Elisabeth mag dan het enige overlevende kleinkind van jong overleden ouders zijn geweest, haar grootouders hebben haar zeker veel warmte en liefde gegeven. Het gedichtje is geschreven toen Josina Elisabeth Dijkman tien jaar oud was.

Poezie albums - vervolg - 2





Ook Josina Elisabeth Dijkman kreeg als jong meisje een poeziealbum. Veel familie en vrienden leverden een bijdrage. Soms heel persoonlijk, soms een keurig gedichtje of borduurwerkje conform de norm van de tijd.
Een heel mooie bijdrage vind ik die van A. Moritz, die een neef schijnt te zijn, maar ik heb nog niet kunnen uitvinden hoe die familierelatie in elkaar steekt. Via
Gezien de namen van de kinderen Moritz vermoed ik een link met de Dijkmannen of Elsenhansen.
Mogelijk is het Adrianus Moritz, die gehuwd was met Johanna Punselie, en in de jaren veertig, vijftig en zestig van de 19e eeuw een aantal kinderen kreeg: Johannes, Leendert, Adrianus Jacobus (ook een optie, maar niet waarschijnlijk), Willem, Johanna Magdalena, Willemina, Maarten, Johanna, Bernardina Fransina, Adriana, Elisabeth Maria, Franz, Pieter en nee, niet alle kinderen bereiken de volwassen leeftijd.

Poezie albums - vervolg


Oom Maarten Dijkman maakte een landschapje voor zijn dierbare nichtje Elisabeth Josina.

Molenaar in Zaltbommel



Gedurende een paar jaar is Nicolaas Albert Smit korenmolenaar in Zaltbommel, bij molen de Kat op het bolwerk aan de Waalkant. De molen is afgebroken, maar het bolwerk heet nogsteeds De Kat. Toen wij vlak onder de rook van Zaltbommel kwamen wonen, hadden we er geen idee van dat er voorouderlijke voetstapjes te vinden zouden zijn. De jongste zoon Pieter Smit, die later naar Amerika vertrok, is hier geboren.
Eind september 1875 worden ze ingeschreven in het register van de Burgerslijke stand. Het is ze hier niet bevallen. Nog geen drie jaar later vertrekken ze naar Delfshaven.
In het register is te lezen dat ze uit Heerjansdam kwamen. Toen ik iemand uit groot Rotterdam eens vertelde dat Pietertje Cornelia haar dochter Arendje vertelde dat ze de Smitten van Smit-Tak niet groetten, omdat die zondags niet twee keer ter kerke gingen, zei die meteen: dan kwamen ze uit Barendrecht en omgeving.
Nu, dat klopt dus, Heerjansdam en Barendrecht zijn inmiddels dezelfde gemeente.
Wat mij verbaast tot nu toe is dat alle kinderen, behalve de jongste, in IJsselmonde geboren zijn, volgens deze acte. Dat is maar geheel de vraag. Over het eerste huwelijk van Nicolaas Albert weet ik nog niet zo veel. Dat Pietertje Cornelia de Jong, echtgenote nummer twee, in IJsselmonde geboren is wil ik graag geloven. Maar die twee kinderen uit het eerste huwelijk? En die oudste twee uit het tweede?
Mmm.... eerst maar eens de archieven van Heerjansdam doorvlossen bij gelegenheid.

zondag 14 december 2008

Poeziealbums - 3



Maarten, de jongere broer van Willem Dijkman, tekende een natuurstilleven voor het Liber Amicorum. En A. Boeree hield het bucolisch bij een koe. Heel ontroerend allemaal.



Mama Demmers was een meisje Boeree. Zij heette ook al Josina Elisabeth, haar vader is Antonie Boeree, maar dat kan niet de A van de koe zijn, want die is dan al overleden. Er is wel nog een andere Antonie Boeree in Rotterdam te vinden, die qua leeftijd wel kan kloppen, maar hoe de familieverbanden liggen gaat even te ver.
Een Bourree is overigens een vrolijke Franse volksdans.

Poeziealbums - 2


En hier het borduurwerkje dat E. Demmers maakte voor Willem Dijkman. Wellicht is dit Josina Elisabeth Demmers geweest.
Twintig jaar later borduurt haar dochtertje in 1857 ook iets voor haar vader:


Borduurwerkjes, aquarellen of schetsen, dat was nog persoonlijker bijdrage dan een gedichtje met een ingekocht plaatje.

Poeziealbums - 1




Willem Dijkman, de vader van Josina Elisabeth Dijkman, kreeg een Liber Amicorum, de voorloper van ons poeziealbum, in 1838. Hij was toen 15 jaar oud, of misschien kreeg hij het voor zijn 16e verjaardag. In ieder geval ontbreekt in het album ieder spoor van zijn ouders. Wel is er een tekening van zijn veel jongere broer Maarten (geboren in 1829), maar er schitteren vooral Demmers en Boeree afstammelingen in.
Dit zijn de bijdragen van Adolf Demmers, in het groen, de broer,en van AM Demmers, waarschijnlijk Anna Maria de zus van Josina Elisabeth Demmers, die hij later zal huwen. Hij zal er veel aan huis zijn geweest om te musiceren en voor de gezelligheid. Hij wilde liever musicus worden dan net als papa notaris.

De huizen in Vlissingen

Jacobus de Roos, de maljenier, is in de loop der tijd nogal eens verkast, en hij speculeerde wat in vastgoed blijkens zijn handel in onroerend goed. Hij koopt:
29-6-1782 pakhuis in de Vrouwestraat in Vlissingen van Izaak Winckelman voor L 8.10.0 (archief rekenkamer van Zeeland D69611).
Dan koopt hij drie maanden later
21-9-1782 bij decreet 1 huis in de Walstraat, bij Kleine Markt, Vlissingen van Abraham Bruijn voor L 309:0:0.(archief rekenkamer van Zeeland D69611). En hij verkoopt een huis in dezelfde straat een maand later:
Verkoopt
15-10-1782 1 huis Walstraat, Vlissingen aan Tanneken Simons voor L 110:0:0.(archief rekenkamer van Zeeland D69621).
Het pakhuis in de Vrouwestraat verkoopt hij in 18-10-1785.
Hij koopt:
27-4-1804 1 huis Houtkaai, Vlissingen van Adriaan Kroeff voor L 220:0:0.(archief rekenkamer van Zeeland D69841). En hij verkoopt het
4-5-1804 huis Houtkaai, Vlissingen aan Francina Baane voorL 245:0:0.(archief rekenkamer van Zeeland D69841). Klein winstje dus.
Dan koopt hij
3-8-1804 een stal aan de Bogaardstraat Vlissingen van Cornelia de Cliever voor L 14:0:0.(archief rekenkamer van Zeeland D69841), die hij op dezelfde dag doorverkoopt voor hetzelfde bedrag aan Cornelis Dockheer. (archief rekenkamer van Zeeland D69841)
Veel van die huizen staan er niet meer of zijn onherkenbaar vertimmerd.

Al die dode kindertjes in Vlissingen

Nog even alles over Jacobus op een rijtje:
Jacobus de Roos is geboren op 24-01-1753 in Vlissingen. Hij waseenvan de drie zonen van Mattheus de Roos en Jenneke de Kemp, die daarnaast nog een dochter Geertruyt hadden. Bij de aangifte van de geboorte van Jacobus waren de volgende getuigen aanwezig: Jannije van Nest en Cornelis van Noort.
Jacobus is overleden 25-11-1833, 80 jaar oud, in Rotterdam.
Notitie bij Jacobus: belijdenis 30-3-1773, woont Lange Zelke
beroep in 1797: maljenier
adres in 1797: I 191 Vlissingen
adres in 1805: J 191 Vlissingen, Schoenmarkt Oostzijde
Zijn beroep is in 1805-1807: maillenier.

Jacobus (26) trouwt voor de eerste keer op 29-10-1779 in Vlissingen met Maria Apolonia de Paaijenaar, 20 jaar oud, nadat zij op 09-10-1779 in Vlissingen in ondertrouw zijn gegaan. Zij is een dochter van Jan de Paaijenaar en Neeltje Adriaansen. Zij is gedoopt op 22-11-1758 in Vlissingen. Apolonia overlijdt 25 jaar oud, vlak na het overlijden van haar derde kind. Zij is begraven op 11-05-1784 te Vlissingen.
Vader Jan de Paaijenaar had een boekhandel in Vlissingen en verkocht daar onder meer De Hollandse Spectator van Justus van Effen, een progressieve krant.
Kinderen van Jacobus en Appolonia :
1 Jannetje de Roos, geboren op 30-08-1780 in Vlissingen. Jannetje is overleden op 11-04-1821 in Rotterdam, 40 jaar oud. Notitie bij Jannetje: belijdenis 2-4-1799, woont Kleine Markt.
2 Jan de Roos, geboren op 22-01-1783 in Vlissingen. Bij de aangifte van de geboorte van Jan waren de volgende getuigen aanwezig: Cornelia de Paaijenaar (Neeltje in de wandelgangen en dus schoonmama, en Anthonie de Roos (1756-1824), de broer van de kersverse vader. Jan is op tweejarige leeftijd overleden 22-10-1785 in Vlissingen.
3 Matteus de Roos, geboren op 07-03-1784 in Vlissingen. Bij de aangifte van de geboorte van Matteus waren de volgende getuigen aanwezig: Mattheus de Roos (geb. 1723) en Jenneke de Kemp (geb. 1728, de beide grootouders van vaderskant. Hij is gedoopt op 10-03-1784 in Vlissingen. Matteus overleed 02-04-1784 in Vlissingen, 26 dagen oud.

Na de dood van zijn eerste vrouw trouwt Jacobus (33) op 07-10-1786 in Vlissingen met Tannetje Heijman, 23 jaar oud. Het kerkelijk huwelijk vindt plaats op 22-10-1786 in Vlissingen. Tannetje is geboren op 22-04-1763 in Vlissingen, dochter van Hendrik Heijman en Maria Schaleven. Tannetje is overleden op 18-07-1821 in Rotterdam, 58 jaar oud. Notitie bij Tannetje: doet belijdenis 2-1-1781 woont dan Agter de Grote kerk. Jacobus overlijdt – bijna 81 jaar oud – op 25 november 1833 in Rotterdam.
Kinderen van Jacobus en Tannetje:
1 Maria de Roos, geboren op 01-10-1787 in Vlissingen.
2 Matje de Roos, geboren op 10-11-1788 in Vlissingen. Matje is overleden op 12-05-1818 in Rotterdam, 29 jaar oud.
3 Henderika Maria de Roos, geboren op 03-04-1790 in Vlissingen. Zij is gedoopt op 09-04-1790 in Vlissingen. Notitie bij Henderika: belijdenis 29-12-1807, woont Kleine Markt, 13-2-1808 met attestatie naar Rotterdam
4 Jacobus Mattheus de Roos, geboren op 08-11-1791 in Vlissingen.
5 kind de Roos, geboren in 1792. Hij of zij is overleden in Vlissingen, geen jaar oud [bron: Begraafboeken Vlissingen Inv. G132, blz. 142]. Hij of zij is begraven op 05-12-1792 te Vlissingen begraafplaats Oostkerk.
6 Jannetje Tannetje de Roos, geboren op 19-10-1793 in Vlissingen. Zij is gedoopt op 24-10-1793 in Vlissingen. Jannetje is overleden in Rotterdam op 24-08-1874.
7 Adriaan Cornelis de Roos, geboren op 30-08-1795 in Vlissingen. Hij is gedoopt op 06-09-1795 in Vlissingen. Adriaan is overleden in Vlissingen, 1 jaar oud [bron: Begraafboeken Vlissingen Inv. G133, blz. 29]. Hij is begraven op 23-01-1797 te Vlissingen begraafplaats Oostkerk.
8 Johanna Hendrina de Roos, geboren op 14-04-1798 in Vlissingen. Zij is gedoopt op 15-04-1798 in Vlissingen.
9 Pieternella Maria de Roos, geboren op 25-03-1800 in Vlissingen. Bij de aangifte van de geboorte van Pieternella was de volgende getuige aanwezig: Pieternella van der Heijde. Zij is gedoopt op 30-03-1800 in Vlissingen. Pieternella is overleden op 20-07-1822 in Rotterdam, 22 jaar oud.
10 Jacoba Maria de Roos, geboren op 16-05-1801 in Vlissingen. Bij de aangifte van de geboorte van Jacoba waren de volgende getuigen aanwezig: Hendrik de Wolff en Maria Heijman (ovl. 1810)(zus en zwager van de moeder). Zij is gedoopt op 24-05-1801 in Vlissingen. Jacoba is overleden in Vlissingen, 3 maanden oud [bron: Begraafboeken Vlissingen Inv. G133, blz. 97]. Zij is begraven op 20-08-1801 te Vlissingen begraafplaats Oostkerk.
11 Jacoba Maria de Roos, geboren op 21-03-1803 in Vlissingen. Bij de aangifte van de geboorte van Jacoba waren de volgende getuigen aanwezig: Hendrik de Wolff en Maria Heijman (ovl. 1810) (zwager en zus van de moeder). Zij is gedoopt op 10-04-1803 in Vlissingen. Jacoba is overleden in Vlissingen, 3 maanden oud [bron: Begraafboeken Vlissingen Inv. G133 , p.125]. Zij is begraven op 09-07-1803 te Vlissingen begraafplaats Oostkerk.
12 kind de Roos, geboren in 1804. Hij of zij is overleden in Vlissingen, geen jaar oud [bron: Begraafboeken Vlissingen Inv. G133, p.144]. Hij of zij is begraven op 17-11-1804 te Vlissingen begraafplaats Oostkerk.
Notitie bij overlijden: 2 lijkdienaars
13 Henderik Jacobus de Roos, geboren op 18-06-1804 in Vlisingen. Bij de aangifte van de geboorte van Henderik waren de volgende getuigen aanwezig: Hendrik de Wolff en Maria Heijman (ovl. 1810) (zwager en zuster van de moeder). Hij is gedoopt op 24-06-1804 in Vlissingen. Henderik is overleden in Vlissingen, 4 maanden oud [bron: Begraafboeken Vlissingen Inv. G133, p. 144]. Hij is begraven op 01-11-1804 te Vlissingen begraafplaats Oostkerk.
14 kind de Roos, geboren in 1806. Hij of zij is overleden in Vlissingen, geen jaar oud [bron: Begraafboeken Vlissingen Inv.133, p.164]. Hij of zij is begraven op 11-04-1806 te Vlissingen begraafplaats Oostkerk.

Dit is dus de man met al die kindjes, waarvan er zoveel op het kerkhof in Vlissingen achterbleven. Met die ene overlevende zoon, die in een goede handel moest worden geplaatst. En dat ging in Vlissingen niet lukken in die tijd. Kennelijk was zoonlief Jacobus Mattheus te klein voor de conscriptie, want ik ken geen verhalen over inlijving in het Franse leger, en ik kan er ook geen bewijs voor vinden.

Van Vlissingen naar Rotterdam – vervolg


De verhuizing naar Rotterdam – 13 februari 1808 liet de familie zich uitschrijven uit het kerkregister – is niet overhaast en zonder overleg verlopen. Half april verschijnt in de Middelburgse Courant een advertentie, waarin een Huis met PAKHUIS op de Kleene Markt te Vlissingen te koop wordt aangeboden, alsmede eene groote party MALIENEIRS GOEDEREN uit de hand te koop. Te bevragen bij den Inwoner Jacobus de Roos en Zoon. Verzoeke alle die nog iets hun schuldig zyn, hetzelve ten spoedigsten te voldoen.

Kennelijk is het gelukt om de parfumerie of handel in etherische olieën over te nemen en zich te settelen aan de Hoogstraat in Rotterdam. Tijd om de Vlissingse resten weg te doen.
Wie gingen er mee en wie bleven er achter, dat is nog een interessante puzzel.
Jacobus kreeg uit zijn eerste huwelijk drie kinderen, waarvan er één, dochter Jannetje (Johanna) in leven bleef. Zij ging mee. Uit zijn tweede huwelijk kreeg hij 14 kinderen, waarvan er heel wat op het kerkhof in Vlissingen achterbleven. Eén zoon en waarschijnlijk zes dochters uit het tweede huwelijk zouden naar Rotterdam mee gaan, maar ik heb ze nog niet allemaal kunnen vinden. Soms alleen een sterfdatum in Rotterdam.

Wie gingen er?
Jacobus en zoon Jacobus Mattheus gingen vooruit. Vrouw en moeder Tannetje Hijmans en dochters Johanna of Jannetje (uit het eerste huwelijk van Jacobus met Maria Apollonia Paayenaar), Maria, en dan nog een dochtertje Jannetje Tannetje.
Volgens de attestatie is er ook een Henderika Maria meegegaan, maar die vinden we in Rotterdam niet echt terug. Hetzelfde geldt voor Matje. En voor Pieternella Maria de Roos, eveneens in Rotterdam overleden, maar nooit meer iets van vernomen behalve sterfdatum.
Johanna was ten tijde van de verhuizing al 28 jaar oud. En ook Maria was toen al tegen de twintig. Zij was trouwens de rebel van de familie en trouwt op 5 juli 1826 op 38-jarige leeftijd – zeer tegen de zin en zonder de toestemming van haar vader – met de tien jaar jongere Dirk de Haas uit Katwijk. Wat er van haar geworden is? Geen idee. Ze overlijdt op 79 jarige leeftijd in januari 1867. Van kinderen geen spoor. Over haar huwelijk later meer.
Met Jannetje Tannetje is iets aan de hand. Zij leefde lang, overleed in 1874, tachtig jaar en negen maanden oud, maar er zijn totaal geen familieverhalen over haar bekend. En dat voor de familiezieke De Roos-en. Een puzzeltje dat nog kan worden opgelost, maar nu even niet.

donderdag 11 december 2008

Naar Indie


Vrijwel direct van de schoolbanken trouwde Anny de Roos met Wim Luytjes. Hij werkte op een suikerplantage in Poerwokerto, waar later mijn moeder en haar zusje Kiet geboren werden. Er was ook nog een miskraam of een doodgeboren kindje tussen moeder en Kiet in.
Voor de grote reis begon - hun huwelijksreis midden in de Eerste Wereldoorlog voerde via een bootreis naar Amerika, een treinreis door Amerika en opnieuw een bootreis naar Indonesie - is er een sfeervol afscheidsportret gemaakt in het ouderlijk huis van Anny. Op de achterkant heeft Arendje de Roos - Smit geschreven:
De laatste avond in het ouderlijke huis van onze oudste. Veel geluk in Indie. Anny zelf heeft er later bijgeschreven: 1917.

Op de foto van links naar rechts:
Herman, Hetty, Liesje, Arendje, Anny, Otto en J. Herman.


Op twee november 1898 werd Anny de Roos geboren, mijn grootmoeder van moeders kant.
Ter gelegenheid van de geboorte van het oudste kind van J. Herman de Roos en Arendje Smit stuurde zijn broer Willem vanuit Zwitserland een kaartje. Willem studeerde aan de Eidgenossische Hochschule werktuigbouwkunde, een vak dat toen in ons land nog niet op universitair niveau te volgen was. Er zijn kennelijk meer Nederlanders, die het kaartje mede ondertekenen. Wat uitbundiger dan W. de R.
De Hollanders in Zuerich bieden U en uw vrouw hun hartelijke gelukwenschen aan. 5 november 1898.
De familie woonde toen aan de Lage Zeedijk nummer 229 in Rotterdam.

dinsdag 9 december 2008

De dochter van Co



Constance Schottel, de dochter van Co Smit, studeerde rechten in Luik en zoals uit het krantenbericht blijkt, won ze een beurs om aan de Stanford Universiteit zich verder te bekwamen. Een heel avontuur in 1926.
Ze is ongeveer honderd jaar geworden, trouwde een meneer Rubin en woonde in een klein dorp even onder Brussel. Helaas, tegen de tijd dat ik dat allemaal had uitgevonden, was ze net overleden.

Op de fiets


Uit zijn eerste huwelijk heeft Nicolaas Albert Smit, de vader van onze Arendje Smit, al een zoon Jan en een dochter Co. Co Smit was een meisje met pit, ze liet zich in hoogst modieuze fietskleding en met een fiets die volgens kenners uit de eerste jaren van de twintigste eeuw moet stammen fotograferen. Op het balkon, want van haar strenge vader mocht ze niet op de straat op de foto in die schandelijke broek. Maar zeg nou zelf, is ze geen plaatje? Ze lijkt erg op de rijwieladverenties uit die tijd.

zondag 7 december 2008

Anny en Piet




18 maart 1926, vlak voor zijn verjaardag de 21ste en in 1924 gepromoveerd in Delft, trouwt Piet Hermans met Anny de Roos. Je begrijpt zijn tevreden blik.

Op de groepsfoto van links naar rechts om het zittende stel heen:
een niet bijster geinteresseerde opa Hermans, Otto de Roos, Arendje de Roos-Smit, J. Herman de Roos, Liesje de Roos, Herman de Roos, oma Hermans-Weeldenburg, wsch. Chris de Moor en Hetty de Moor-de Roos met voor haar Elsje Luytjes. En waar is Kiet? Die zie ik niet.

Elsje


In 1924 vierde mijn moeder Els Luytjes haar vijfde verjaardag in Rotterdam aan de Oranjelaan. Terug uit Indie. Zij staat in het midden en waarschijnlijk staat haar zusje Kiet vlak voor haar. Maar die hond?

De Roos en Overeijnder - 2


Een fraai tijdsbeeld is het uithangbord van het Elfde internationale congres voor architecten, maar wie nu precies overopa is op de foto? Ook deze foto is zwaar beschadigd uit de strijd gekomen. Ik zie welgeteld 1 snorretje, op de bovenlip van de tweede figuur van rechts. Zou dat hem zijn? Ik herken hem niet.

Het congres vond plaats in 1927 in Amsterdam en Den Haag. Maar op de foto zelf is geen informatie te vinden, behalve dan dat de foto door een Amsterdams persbureau gemaakt is.

De Roos en Overeijnder


J. Herman de Roos startte een architectenbureau met zijn studievriend Willem Overeijnder. Deze foto laat hen zien, het handschrift van mijn grootmoeder geeft de namen, tweede van links overgrootpapa. Ook al weer met een snor van formaat. De foto is genomen ter gelegenheid van een bijeenkomst met de Leerlingen van de architecten. Wanneer de foto genomen is staat er niet bij. Wellicht dat de bouwkundige tekening op de tafel meer kan vertellen, maar dat is meer iets voor Anne Vahl die op zijn werk afstudeerde. Update kan dus nog volgen.
De foto is zwaar gehavend, want kennelijk heeft hij aan de muur geprikt gezeten, is vervolgens in een la gekiept en door mijn grootmoeder na het overlijden van haar vader van de ondergang gered.

Oud Rotterdam


De Leeuwtjes van de Leeuwenbrug hebben een nieuwe bestemming gekregen na WO II.

Oud Rotterdam



Uit Tante Diens Familiekroniekje van de Familie de Roos

Waar zal ik beginnen?
Natuurlijk bij de bron, die haar oorsprong heeft in het hart van onze goede stad Rotterdam, waar de meesten van ons geboren zijn en geleefd hebben. Men zou een cirkel kunnen trekken rond het midden van de stad, beginnende in de buurt van het West-Nieuwland en dan zoo verder om Plan C, Spaanse Kade, Wijnstraat, Leeuwenbrug, Haringvliet, Nieuwe Haven en Kolkkade. Dan krijgen wij ongeveer de plaats van het tooneel, waarop de eerste acte zich heeft afgespeeld. De oorlog heeft juist dít gedeelte, de vroegere binnenstad, grondig verwoest, maar we kunnen ons alles nog heel goed voorstellen. En we voelen dan ook dat, ofschoon niet in de mate als Amsterdam, onze dierbare Maasstad toch ook haar aparte schoonheid had en haar deftige havens en straten, waar de welgestelden woonden in hun patriciërshuizen.

Kwam je vroeger van de Spaanse Kade of van de Leeuwenbrug, dan kon je rechtstreeks loopen in een smalle straat, die achter de Wijnhaven omliep. Als aankomend meisje volgde ik in een van die huizen een teekencursus. Zooals in alle, in verval geraakte woonwijken dienden die groote huizen met hun kamers als zalen, hun wijdsche trappenhuizen en betimmeringen nu voor allerlei doeleinden; maar wie gevoelig was voor mooie oude interieurs, voelde zijn hart opengaan, al waren de breede, massief eikenhouten traptreden uitgesleten, al was het marmer van de rijkversierde schoorsteenmantels brokkelig en vuil en al waren de reliefs in nissen en aan de plafonds berookt en vergeeld. Ik keek er met vreugde naar; voor de tekenles sloop ik wel eens een verdieping hooger op zoek naar nog meer moois. En… hoe dicht liggen de dingen van het leven eigenlijk naast elkaar …. Weinig vermoedde ik toen, dat misschien in ditzelfde, misschien in een soortgelijk huis, het kleine meisje was opgegroeid dat eens mijn schoonmoeder en jelui grootmoeder worden zou.

Het schriftje van tante Dien


En dit is om Johan, de man van tante Dien, in jeugdiger jaren met fiere snor. Wat schrijft zij over haar man?
Johan wilde de handel in en was al een maand na zijn einddiploma geplaatst als jongste bediende bij de Firma Vervloet op een salaris van tien gulden in de maand. Werktijd van smorgens half negen tot elf uur savonds. Als er een boot binnen was gekomen, werd het dikwijls twaalf, soms zelfs een uur. Niettemin - bij vijf minuten te laat smorgens - een dubbeltje boete en een uitbrander van den patroon (hij was toen zestien jaar) Vergelijk daarbij den tegenwoordigen tijd. Johan heeft mij er dikwijls van verteld. En hoe goed heeft zijn eigen personeel het later bij hem gehad, toen hij zelf directeur was van de Holl Trading Corporation. De herinnering uit het begin van zijn loopbaan lag hem nog zwaar.

En even verder:
Johan had zich in het kantoor bedrijf omhoog gewerkt, maar toen hij zich met mij verloofde moesten we toch nog vier jaar wachten voor zijn salaris voldoende was om een huishouden te kunnen beginnen. En we zouden misschien nog langer hebben moeten wachten, wanneer niet het zoogenaamde toeval, in dit geval weer de muziek, ons te hulp was gekomen. Op een van de muziekavonden op het Haringvliet was voor het eerst een nieuwe genoodigde, Carl Heinen, een bijzonder goed pianist. In de pauze kwam hij naast mevrouw Jo Dupont te zitten en hij vertelde haar, dat hij zeer tegen zijn zin in de zaak van zijn vader, olieen en granen, was gegaan, omdat zijn broer gestorven was. Vader en zoon zochten allang naar een goede kracht om Carl meer gelegenheid tot musiceeren te kunnen geven. Maar het was moeilijk een bekwaam en betrouwbaar jongmens te vinden. Toen kreeg Jo Dupont een helder oogenblik en pleitte voor Johan; Johan kreeg een briefje om eens te komen praten, er werden informaties ingewonnen en hij werd aangenomen op een salaris, waarop wij trouwen konden.

zaterdag 6 december 2008

Tante Dien



Veel van de familieverhalen komen uit het schriftje van Tante Dien. De meeste familieleden zullen inmiddels wel een digitaal exemplaar in hun bezit hebben. Tante Dien, de vrouw van Johan, de jongste broer van de architect J. Herman de Roos. Met mijn grootmoeder heb ik haar nog bezocht in het bejaardentehuis in Rotterdam. Dat moet eind jaren vijftig of begin jaren zestig zijn geweest. Even een handje geven, en dan wachten op de gang, totdat oma een kopje thee bij haar had gedronken, want anders was het te druk.
Tante Dien (1877-1962)heeft het verhaal geschreven op verzoek van mijn grootmoeder
Annie Elize Hermans – de Roos, na het overlijden van haar tante Lize (Josina Elisabeth de Roos) in 1950. Tante Dien was toen 73 jaar oud. Zij was de laatste van de generatie en het zijn dus de herinneringen van een oude dame.

Nu Tante Lize vrij plotseling gestorven is, ben ik nog de eenige die door overlevering en uit ervaring jelui kan inlichten.
Ik doe nu maar of je in een kring om mij heen zit en ik ga gewoon vertellen zonder franje, al wat ik weet. Jelui hebt den leeftijd en de wijsheid om je te kunnen pantseren tegen invloeden en erfelijkheid. Het zijn niet in hoofdzaak de gebeurtenissen, doch vele meer de reactie daarop die het lot bepalen.
Alleen waneer de mens zichzelf is, kan hij voor anderen waarde hebben.
Moge het je allen héél, héél goed gaan!

G.W. de Roos - Wulff (Tante Dien!)

De zusjes Hijmans - 1

De verhuizing

Het verhaal wil dat Pa, dan al een eindje in de vijftig, en Zoon samen naar Rotterdam lopen en dat moeder en dochters met de trekschuit volgen. Dat kan niet kloppen, want over water lopen is zelfs voor een De Roos niet weggelegd. En een trekschuit redt het niet over al dat water. Wat waarschijnlijker is: Vader en zoon zijn vooruit gereisd naar Rotterdam om kwartier te maken. Moeder en dochters volgen met de boot. Vanuit Middelburg werd een geregelde bootdienst onderhouden op Rotterdam. Mogelijk zijn Jacobus en Jacobus Mattheus te voet naar Middelburg gegaan, geen grote afstand vanuit Vlissingen. En mogelijk zijn de dames De Roos met een boot naar Middelburg gereisd. Je kon dat vrouwvolk in februari toch niet door de modder laten banjeren.
Maar het kan ook nog anders zitten. Tannetje de Roos-Hijmans heeft een zus Maria Hijmans, getrouwd met Hendrik de Wolff. Een man die een winkel bezit in Vlissingen en, zo blijkt uit de papieren, veel belasting moet betalen voor haarpoeder. Maria en Hendrik hebben een zoon en een dochter. De dochter trouwt in de loop van 1808 en daarna verhuizen ook Maria en Hendrik met hun zoon naar Rotterdam. Die twee verhalen kunnen door elkaar geraakt zijn. Misschien is het gezin van Jacobus en Tannetje wel gezamenlijk verhuisd, regelde zwager en zus de verkoop van de beide winkels en volgden naar Rotterdam.
Was het een plan van de beide zussen Hijmans? Wilden beide vrouwen hun zonen een nieuw toekomstperspectief bieden in een stad in opkomst? We zullen het nooit precies weten, maar als afstammelingen mogen we wel dankbaar zijn voor deze beslissing. De achterblijvers, twee broers en een zus van Jacobus, hebben het niet ver geschopt.

De oudste foto



Precies tweehonderd jaar geleden lieten Jacobus de Roos en zijn vrouw Tannetje Hijmans zich uitschrijven als lidmaat van hun kerk in Vlissingen. Drie maanden later staat in de krant hun winkel met inhoud te koop in de Middelburgse Courant.
Zij vertrokken met hun nog levende kinderen naar Rotterdam, lieten veel overleden kinderen op het kerkhof achter. Het moet een ernstig besluit zijn geweest al het vertrouwde achter te laten.

Waarom migreerden zij? Het familieverhaal wil dat de smidse niet genoeg opleverde voor twee gezinnen. Jacobus de Roos was maljenier, had een winkel in ijzerwaren. Daarnaast was hij patriot en als zodanig een tijdje vertegenwoordiger van de middenstand in het gemeentebestuur geweest. En dat op het Oranjegezinde Walcheren.
Vlissingen was een marine-haven en bij Frankrijk ingelijfd. De Franse oorlogsmachine had veel metaal nodig, zodat er een regel kwam die de handel in ijzerwaren en het bezit ervan verbood. Dat maakte de verhuizing tot economische noodzaak.
Zoon Jacobus Mattheus, de nog enige levende zoon van Jacobus en Tannetje, was in november 1807 zestien jaar geworden. Al hun hoop was op hem gevestigd, hij moest vooruit komen. Voor hem moest een toekomst geschapen worden. En die lag niet in het verarmde Vlissingen. Broodarm was de familie zelf overigens niet, ze bezaten verschillende panden en woonden aan de drukke Kleine Markt in het centrum van de stad.

Wat ging de familie De Roos doen in Rotterdam? Ze begonnen, of namen over, een handel in etherische oliën aan de Hoogstraat, de drukke winkelstraat in het hartje van het oude Rotterdam. Ze woonden boven de zaak. Wat wil dat zeggen, etherische olie? Denk aan parfum, aan kamfer, aan rozenolie, aan geraniumolie. Onder andere in Zuid Afrika, op de Kaap verhandelde men allerhande geurgewassen, die voor gezondheid en schoonheid werden gebruikt. In Europa was daar veel vraag naar. Ze dreven dus een voorloper van de parfumerie/drogisterij.
Over de allereerste jaren in Rotterdam is nog veel uit te zoeken. Jacobus Mattheus trouwt, krijgt kinderen, zijn vrouw overlijdt jong, en er blijven vier kinderen in leven. Op latere leeftijd laat hij zich fotograferen, deze zogenaamde carte de visite is dan erg populair.

Van Gorinchem naar Vlissingen


De oudste De Roos voorouders die we tot nu toe hebben kunnen vinden zijn Jacob de Roos en zijn vrouw Geertruy. Waar ze geboren zijn weten we niet. Haar achternaam kennen we niet, maar die zal wellicht Van Sonneberg zijn geweest. Immers, getuige bij de geboorte van de kinderen is Sara van Sonneberg. Vier kinderen krijgt het stel: Christoffel de Roos, geboren op 28-02-1714 in Gorinchem. Christoffel trouwde, 48 jaar oud, 17 april 1762 in Vlissingen met Jannetje Buijs. Verder hebben we niet veel kunnen ontdekken over deze zijtak.
Jacobus de Roos, geboren op 11-10-1716 in Gorinchem. Wat er met hem gebeurd is? Geen idee. Sara de Roos, geboren op 18-12-1718 in Gorinchem. Sara, kennelijk naar Oma genoemd,vertrekt met attestatie op vier november 1741 naar Middelburg. Zij woont op het Dok, maar we weten niet of de rest van de familie daar ook woonde. Ze is dan inmiddels al bijna 23 jaar oud en zal dus een beroep hebben uitgeoefend. Van Sara hebben we in Middelburg geen informatie weten te vinden.
Als vierde en laatste (levendgeboren) kind volgt dan Mattheus de Roos, geboren op 11-08-1723 in Gorinchem. Dit is onze voorvader. En ook bij de aangifte van zijn geboorte trad Sara van Sonneberg als getuige op.
Jacobus en Geertruy vertrekken met attestatie naar Vlissingen in april 1752 met de resterende kinderen.

Mattheus trouwde, 24 jaar oud, 14 oktober 1747 in Vlissingen met Jenneke de Kemp, 19 jaar oud. Zij is een dochter van Pelgrum de Kemp en Niesken Janse van Eldik. Zij is gedoopt op 09-05-1728 in Dodewaard. Het familiearchiefje meldt weliswaar dat Jenneke 25 november 1733 in Vlissingen zou zijn geboren, maar dat strookt niet met de vermelding Van Gorkum in het kerkregister in Vlissingen.
Zij arriveert de 27ste maart 1744 in Gorinchem en woont dan op de Kalkhaven. Wat voor werk ze daar verrichtte? In ieder geval bevalt het niet erg, want ruim twee jaar later emigreert ze naar Vlissingen, waar ze op de Groote Markt gaat wonen.
De vier levend geboren kinderen van Mattheus en Jenneke worden allen in Vlissingen geboren. Logischer wijze zou er na het huwelijk in 1747 al eerder een kind geboren kunnen zijn dan in 1753, en tussen nummer 1 en 2 zit ook een tamelijk groot verschil voor die tijd. Evenals tussen nummer 3 en 4.
1 Jacobus de Roos,24-01-1753
2 Anthonie de Roos,18-04-1756
3 Geertruijt de Roos,10-09-1758 en
4 Mattheus de Roos,17-11-1762
Daarover later meer.
Nieuwsgierig geworden naar onze oergrootmoeder Geertruy ben ik op zoek gegaan naar de achternaam Van Sonneberg. Een toponiem dus. Sonneberg is en stadje in een gelijknamige Landkreis in het Duitse Thueringen. Maar er zijn veel variaties op de wijze waarop de naam geschreven wordt – al is die bij Sara heel consistent bij alle kleinkinderen – Sonnenberg en Zonnenberg wordt bij anderen vrolijk door elkaar gebruikt. Een Sonnenberg is onder meer te vinden in het Oostenrijke Burgenland; er is een Sonnenberg in Brandenburg, een Sonnenberg in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts om maar wat te noemen. En zo zullen er nog wel wat geografische herkomstmogelijkheden te vinden zijn. Volgens het Meertens Instituut zijn de meeste Sonnenbergs/Zonnenberg in 1947 in ons land te vinden in Gelderland en Overijssel met ook nog een kluitje in Noord en Zuid Holland, terwijl de variant Zonnenberg ook vrij vaak voorkomt in Noord Brabant. Maar we praten over tientallen, niet over honderdtallen. Je komt de nodige Joodse families tegen in Duitsland. En op de lijst met slachtoffers van de Holocaust staan ze ook.

De naam Christoffel komt verder niet meer in de familie voor. Christoffel is de patroon van de reizigers, timmerlieden, schilders, pelgrims, fruithandelaren, boekbinders, schatgravers, hoedenmakers, tuinmannen, onverwachte dood en kinderen. Misschien zegt dit iets over het beroep dat Jacobus in Gorinchem uitoefende? Daar werden toen veel boeken gedrukt, er lag een garnizoen, en de schutterij heette Sint Joris en Sint Christoffel.
Het is zoals altijd: hoe verder je terug gaat in de geschiedenis, hoe meer vragen en onzekerheden opdoemen. Eigenlijk best spannend.