zondag 15 februari 2009

Vlissingen - de achterblijvers 3

De jongste broer van onze voorvader Jacobus de Roos is Mattheus. Hij werd geboren op 17 november 1762 in Vlissingen, als jongste overlevende kind van Mattheus de Roos en Jenneke de Kemp. Wanneer hij op 1 april 1783 belijdenis doet woont hij bij de ouders op de Lange Zelke in Vlissingen. Die straat bestaat nogsteeds, maar het is allemaal onherkenbare nieuwbouw.



Mattheus wordt pruikenmaker en trouwt half december 1788 met Everdina Franse. Everdina is de rond 1761 in Vlissingen geboren dochter van Daniel Franse en Pieternella van Daalen.

Het stel vertrekt half september 1792 naar Aardenburg, waar zij tot hun dood blijven wonen ( Mattheus in 1832, Everdina in 1835).

Pruikenmaker, perruquier, paruikmaker, zo staat hij omschreven in de boeken. Een bijzonder beroep, maar vooral ook een uitstervend beroep na de Franse tijd. Aardenburg zal als garnizoensstad heel wat pruikendragers hebben geteld, maar dat gaat in de loop van de 19e eeuw over. En misschien leende het haar van de jongedochters uit Zeeuws Vlaanderen zich wel erg goed voor het maken van pruiken. In ieder geval is het een beroep dat - zoals mij werd verteld door een mevrouw van het Joods Historisch Museum - veelvuldig door mensen met een Joodse achtergrond werd uitgevoerd: ambulant, handel, ambachtelijk.



Mattheus en Everdina krijgen een vijftal kinderen:

Mattheus Jacobus, die op 7 oktober 1789 in Vlissingen wordt geboren

Daniel Martinus, in 1792 in Vlssingen geboren

Pietronella Johanna, die ongeveer 1796 is geboren en op 26 januari 1815 in Aardenburg overlijdt, ongeveer 19 jaar oud.

4. Anthonij in 1798 in Aardenburg geboren.

5. Johannes in 1801 in Aardenburg geboren.



Van de kinderen weten we vrij veel.

Mattheus Jacobus is in 1812 bakker en in 1839 kastelein, in 1847 stadsbode, in 1861 brievengaarder. Hij trouwt op 8 janujari 1812 met Maria Dorothea Rinn, uit Groede afkomstig. Ze krijgen twee overlevende kinderen: Mattheus Jacobus, op 23 december 1811 in Groede geboren - dus vlak voor het huwelijk - en Johannes,in 1813 eveneens in Groede geboren.



Daniel Martinus is gerechtsdienaar, maar wordt in 1831 zelf veroordeeld in een strafzaak. Hij blijft echter gerechtsdienaar. In decmebr 1819 trouwt hij in Aardenburg met Eugenia van der Veire uit IJzendijke.



Anthonij is arbeider in 1825, en dan in 1831 kantonnier van s Rijksstraatwgegen en in 1844 straatwerker. Hij trouwt in 1825 met Suzanna Tack uit Kadzand, zij was dienstmeid in die tijd en later staat ze als dagloonster te boek. Ze krijgen een stuk of acht kinderen, waarvan er waarschijnlijk slechts twee wasdom bereiken.



Johannes wordt schoenmaker in Aardenburg en trouwt met Jacoba Trapman. Zij krijgen twee zonen, beiden genaamd Mattheus Jacobus, de eerste in 1830, die een jaar later al weer overlijdt. Nummer twee wordt rond 1833 in Aardenburg geboren.

Johannes overlijdt in 1875, zijn vrouw een jaar later.

De kleine Mattheus Jacobus groeit voorspoedig op en wordt smidsknecht, dat zal hij blijven. Hij trouwt met een meisje Trapman, vermoedelijk een nichtje, Petronella Jacomina, uit Sint Kruis. Ze overlijdt vlak na de geboorte van haar tweede dochtertje.

We weten dat hij in 1881 in huisnummer B33 Rozenburg in Aardenburg heeft gewoond met zijn tweede vrouw Anna Johanna de Jonge uit Tholen, ze was dienstmeid.

Uit dit huwelijk kwamen nog vijf kinderen, waarvan er drie in Naaldwijk zijn geboren en twee in Rozenburg.

Het is misschien wel de vruchtbaarste tak, die afstammelingen van de pruikenmaker, maar zeker niet de meest sociaal mobiele.

maandag 9 februari 2009

Vlissingen - de achterblijvers - vervolg

Jacobus had slechts 1 zus, Geertruijt, naar haar grootmoeder van vaders zijde genoemd. Zo ging dat vroeger. Namen bleven in de familie. Ze werd geboren in 1758 in Vlissingen en overleed daar op 49 jarige leeftijd in 1808, de zomer nadat haar broer naar Rotterdam was vertrokken.
Het gezin De Roos heeft lange tijd aan de Lange Zelke in Vlissingen gewoond, want ook Geertruijt doet van daaruit belijdenis in de kerk in 1765.
Wanneer ze 28 jaar is trouwt ze met Theodorus Antonius Swenne, 29 jaar oud. En van geboorte Rooms Katholiek! Oorspronkelijk komt hij uit Maastricht, waar hij op 24 mart 1757 gedoopt werd. Hij overlijdt ook in Vlissingen, in de zomer van 1815.

Het echtpaar Swennen - de Roos krijgt een gezellig stel kinderen.
Johanna in 1787 (ze overlijdt op 21-jarige leeftijd in september 1808 vlak na haar moeder), Dan nog een Johanna in 1788, die de rijpe leeftijd van 85 bereikt, en ongehuwd blijft. Wel heeft ze een kind gekregen. Vervolgens een Mattheeuws of Mathieu in 1789, die net als zijn vader kuiper wordt, en een Anthonij Johannis in 1792. Van de laatste weten we dat hij in 1819 metselaarsknecht was. En dan nog een Jannetje in 1794, die ook in september 1808 overlijdt.

Er is onderzoek gedaan door de familie Swennen. Via google van alles te vinden, zoals dit:
Theodorus Antonius Swennen, kuiper/sjouwer, gedoopt op 24-03-1757 te Maastricht (RK) (getuige(n): Martinus Timmerman (kuiper) en Anna Barbara Swinnen), overleden op 29-07-1815 te Vlissingen op 58-jarige leeftijd, woonde op 11-4-1797 te Vlissingen in huis F 143, zoon van Antonius Swennen en Johanna Laar van (van Laeren).

De zoon van de ongehuwde Johanna heet Jozephus Antony Swenne en hij is matroos der koopvaardij, geboren op 05-02-1814 te Vlissingen, overleden op 15-04-1846 te Vlissingen op 32-jarige leeftijd. Hij is overboord geslagen en verdronken. Geen afschrift van de akte aanwezig. Zijn vrouw woonde te Rotterdam. Wordt in ISIS omschreven als Catharina Hout. De overlijdens datum zou ook kunnen zijn: 15-2-1846 in zee, zoon van Johanna Swennen. Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 14-07-1841 te Rotterdam met Catharina Stout, 16 jaar oud, naaister, geboren op 03-04-1825 te Rotterdam, overleden op 29-06-1883 te Culemborg op 58-jarige leeftijd, dochter van Margaretha Cornelia Stout. Ze hebben een kind gekregen, en die heet dus weer Johanna, geboren op 03-05-1845 te Rotterdam.

Matthieu (Mattheus) Swennen, kuiper, geboren op 31-03-1789 te Vlissingen, is gedoopt op 03-04-1789 te Vlissingen (getuige(n): Jacobus de Roos (kuiper) ged. op 24/01/1753 te Vlissingen en Johanna van Laren), overleden op 17-06-1863 te Vlissingen op 74-jarige leeftijd, zoon van Theodorus Antonius Swennen (zie IV.15) en Geertruijt Roos de. Gehuwd op 21-jarige leeftijd op 06-02-1811 te Vlissingen (getuige(n): Jan Pietersz. Clavo en Francina Mouwe) met Francina Jansen, 22 jaar oud, geboren op 20-07-1788 te Vlissingen, overleden op 05-01-1830 te Vlissingen op 41-jarige leeftijd, getuige bij het huwelijk waren: Jan Pietersz., Clavo en Francine Mouwe. Dochter van Gerrit Jan Jansen, klapperman, en Catrina Clavo.
Maar goed, dit gaat allemaal te breed alle kanten op.

zondag 8 februari 2009

Vlissingen - de achterblijvers


Terug naar Vlissingen. Wanneer in 1808 Jacobus de Roos met zijn gezin naar Rotterdam is verhuisd laat hij twee broers en een zuster achter in Zeeland. In Vlissingen woont Anthonie, geboren de 18e april 1756. Zus Geertruijt is geboren op 10 september 1758 en naar Middelburg getrouwd. De jongste telg, Mattheus, van 17 november 1762, woont in Aardenburg.
De komende afleveringen van het blog zullen over hen gaan. Om te beginnen Anthonie.
Anthonie woont bij zijn belijdenins in 1783 aan de Lange Zelke in Vlissingen. Op zijn 31ste trouwt hij op 8 februari 1788 met Maria Eva Lange, die dan ongeveer 25 jaar is. Ze komt oorspronkelijk uit Bergen op Zoom.
Anthonie is timmerman en kuiper. Van 1794 tot 1798 verhuist hij naar Middelburg om daar meester kuiper te kunnen worden. Dan gaat hij weer terug naar Vlissingen en koopt een pand aan het Groenwout, noordzijde (G36) dat te boek staat als kuiperswinkel. Van 1805 tot 1807 staat het echtpaar ook ingeschreven op het Korte Groenwout, zuijdzijde (H47).
Het echtpaar heeft zelf geen kinderen. Wel is Anthonie getuige bij de geboorte van twee kinderen van Jacobus, namelijk Maria (1787) en Jan (1783). Vermoedelijk is papa Mattheus nog als kuiper bij zijn zoon in dienst geweest op latere leeftijd.






zaterdag 7 februari 2009

Groepsportret


Een beetje een succesvolle familie liet zich met enige regelmaat portretteren. Meestal ging men daarvoor naar een heuse studio, waar allerlei attributen voorhanden waren om een tafreeltje in te richten. Achtergrondjes, meubels, planten, speelgoed, de foto werd een waar kunststuk. Ook op dit groepsportret zie je dat het lange stilzitten tot de fotograaf gereed was zijn sporen heeft achtergelaten. Verstard, voor eeuwig zijn de kinderen en kleinkinderen van het gezin De Roos - Dijkman in een ongemakkelijke pose gegroepeerd.

Van links naar rechts: Johan de Roos, Annie-tje, J. Herman de Roos, Arendje de Roos - Smit met op schoot Hermannetje, Willem de Roos en Lize de Roos.
Het moet aan het begin van de 20ste eeuw zijn, want de kleine Herman is in 1900 geboren.